J
 •  Topgebruiker

Haarscheuren (craquelé) in glazuur van objecten van delfts aardewerk delfts aardewerk

12

Kom museumstuk, rand schotel museumstuk, scherven particulier bezit, object Noord-Hollands archeologisch depot.

Vraag

Mogelijk bij uitzondering komt er craquelé voor op het authentiek delfts aardewerk, is dus niet helemaal uit te sluiten.

Collectie
publiekscollectie

Reacties 12

Interessante materie :-) we zien inderdaad craquelé , vooral bij bodemvondsten doch ook niet altijd. afhankelijk van de samenstelling van de gebruikte klei en bij blootstelling aan vocht ( scherven ) zwelt het aardewerk op indien poreus en  " kraakt " de glazuurlaag. Soms zit aardewerk jaren in de bodem en vertoont helemaal géén craquelé met dien verstande dat het heel gebleven is . Hieronder een voorbeeld van een bodemvondst uit 1630. ( Bron: gedateerd aardewerk). de witte vlakken helemaal grauw geworden doch geen craquelé. Mogelijks toegeschreven aan één van de eerste plateelbakkers uit Delft Cornelis Valckenhoven ( De porceleyne lampetkan) ? eronder ook een bordje uit 1658.

Doornikse, Rijnlandse, zwarte en delftse aarde  waren de ingrediënten voor de klei. Het toevoegen van voldoende kalkhoudende klei ( Doornikse ) zou noodzakelijk geweest zijn voor een " goede en haarscheurvrije hechting"  van het tinglazuur op de klei. bij afwijking hierin zou het mijns inziens inderdaad kunnen voorkomen.

nergens in de uitgave van het rijksmuseum is sprake van craquelé. Ben ook benieuwd of dit nu wél of niet voorkomt. 

groet Franky

1630

oranje 1658

 

Beste Jan,

Ik denk ook dat het te stellig was om te zeggen dat het helemaal nooit voorkomt, en hierbij is nu ook het tegendeel bewezen. Bedankt voor de post en  voor de voorbeelden.

Mvg, Patrick

Ik heb hier ook een theepot met  een minimum aan craquelé. Dat is vermoedelijk als gevolg van echt gebruik. Omdat klei en glazuur een verschillend uitzettingscoëfficiënt hebben, ontstaan de craquelures, ondanks dat het glazuur en de gebakken klei ooit samen in een heel hete oven gezeten hebben. 
 

Ik durf dus te beweren dat 18de eeuws Delfts aardewerk enkel craquelures krijgt door (ook de goede opmerkingen van Franky meenemend):

1. Fabricagefouten (verkeerde grondstoffen of te snel afkoelen van de oven)

2. Gebruikt met heet water.

3. Door chips of andere defecten in het glazuur sijpelt er vloeistof in de gebakken klei die vervolgens uitzet.

Hierbij nog wat materiaal.''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''Afwachten wat de deskundigen zeggen, overigens Franky, Jan Daan van Dam rept met geen woord of het bord uit 1630 nu wel of niet is gehaarscheurd, de foto in het boek geeft geen gegeven, het drukraster overheerst, groet jvdh.

In 2017 werd onderstaande afbeelding door mij geplaatst bij een inzending van ...? Er werd door de toenmalige redactie met geen woord gerept over het craquelé, groet jvdh.''''

Beste Jeroen, ik kan je daar niet aan helpen, de afbeelding komt van een inzender maar of daar een achterkant bijstond weet ik niet meer, het ging mij om de afbeelding. Bij een wijziging/ verandering van deze site in het verleden is er het een en ander verloren gegaan. Ik vond deze afbeelding bij mijn ''Gedeelde publieksvoorwerpen'', het betrof een inzending van ''lien'', zie hierna, wat betreft punt 3 van jouw mening van het vollopen van de scherf vraag ik me af waarom zou de scherf uitzetten, de poriën lopen vol en vol is vol, wel bij temperaturen onder nul, dan gaat het water uitzetten, maar dan gaat ook de scherf kapot. Het lijkt erop dat de glazuur van het delfts aardewerk, gezien de broze randen, wat betreft de uitzetting, aan de opspring/afspringkant zit, is de tegenovergestelde kant van haarscheuren, een keer meegemaakt, een partij schalen/kommen, andere klei, hele stukken van alle randen los, werkelijk eraf gesprongen. Ooit proeven gedaan met de Harkort proef, beschreven in Glazuren door Wesselink, gaf niet een twee drie uitsluitsel, veel moet empirisch bepaald worden, groet jvdh.''''''''''''''''''''   

Hierbij nog drie borden/schotels, afmetingen onbekend, achterzijde onbekend, een eerbetoon aan Oranje, een spreukenbord uit 1683, Noord-Nederlandse majolica, museum: In het houten huis. Groet, jvdh.''''''''''''

Goedenavond Jan,

Het is me inmiddels wat aan het ontgaan wat het punt is en dat heeft meer te maken met mijn geheugen als iets anders.


Maar, ik denk dat het ging over mijn overtuiging dat in normaal 18de eeuws Delfts aardewerk zelden craquelures voorkomen, maar ik ben het er uiteraard over eens dat het wel zal voorkomen bij voorkomen bij objecten die verhit zijn of te lang in de bodem gezeten hebben. En uiteraard staat er niet op de dingen die craquelé hebben, wat er echt mee gebeurd is.

Als ik de objecten bekijk die je aanhaalt, ben ik er vrij hard van overtuigd dat het gele bord vals is, dat het oranje bord begin 19de eeuw is en dat het blauwe bord waar we enkel een voorbeeld van de voorkant van hebben, ook vals is. Vervolgens zijn veel van de andere borden en scherven  hierboven niet Delfts, maar Majolica van voor 1650. Ze bevatten dan ook allen proen afdrukken. Tegels zijn ook niet Delfts, maar eerder Rotterdams, Amsterdams of Fries.

Dat gebakken klei zelden water opneemt zal inderdaad wel kloppen.

Ik denk dat het punt dat ik wilde maken is dat 18de eeuws Delfts, dat niet mishandeld is, eigenlijk bijna nooit craquelé bevat en dat je als leek 18de eeuws aardewerk denkt gevonden hebt dat craquelures bevat, het naar zeer grote waarschijnlijkheid vals is, ofwel niet 18de eeuws EN Delfts.