Profile picture for user Suzanne Klüver
Suzanne Klüver  •  31 juli 2019

'Delfs Porceleijn' op reis

Wat begon als lokaal product dat het exotische Chinese porselein moest imiteren, groeide in de zeventiende eeuw uit tot internationaal exportproduct: Delfts blauw. De Nederlandse handelsroute van het Delftse aardewerk ging voornamelijk via de waterwegen van ons land. Een Delfts blauw bordje vertelt de geschiedenis van een handelaar in dit bijzondere exportproduct.

Reclame

Het bord in kwestie is aan de voorzijde beschilderd met een zeilschip. Op de achtergrond is de stad Delft te herkennen aan de kerktorens en de toren van het stadhuis. Op het schip zijn een man aan het roer en een jongen op het voordek te zien. Bovenaan de rand is een cartouche te zien, met daarin de tekst: “D: Rees,  Delfs Porceleijnvaarder’ op Amsterd[am] 1753”. Bij een tweede beschouwing is het schip duidelijk geladen met opgestapeld vaatwerk.

Dit type bord is niet alleen in de collectie van Museum Prinsenhof Delft (inventarisnummer PDA 27), maar ook bij het Rijksmuseum in Amsterdam (inventarisnummer BK-NM-10594) aanwezig. Beiden zijn vervaardigd bij plateelfabriek De Porceleyne Byl (1657 – 1803) die toen in eigendom was van Justus Brouwer (werkzame periode 1739 – 1775).

Bord met een schip, De Porceleyne Byl, 1753, collectie Rijksmuseum.

Waarschijnlijk werden dit type borden met bedrijfsnamen gebruikt als een soort relatiegeschenken. Je kunt ze dus zien als een soort van advertentie voor de afnemers van Delfts aardewerk in Amsterdam. Naast dit exemplaar zijn er nog meer ‘reclameborden’ en muurplaten van Delfts aardewerk bekend waarop verkopers hun handelswaar aankondigen.

Alles te koop

Goederen en levensmiddelen werden in de achttiende eeuw apart verkocht op specifieke markten of in speciale winkels.

Pas met de opkomst van het warenhuis vanaf ongeveer 1860 worden verschillende typen koopwaren steeds meer onder één dak en door één winkeleigenaar aangeboden.

Daarvoor kochten mensen bijvoorbeeld vis op de vismarkt en turf, om de kachel te stoken, op de turfmarkt. Sommige straatnamen in Delft herinneren nog steeds aan de handel die daar gedreven werd: Koornmarkt, Brabantse Turfmarkt en Paardenmarkt. Delfts blauw kocht men tijdens de jaarmarkt of in speciale porseleinwinkels.

Over water

Op de achtergrond in de afbeelding van het bord is eerst de Nieuwe Kerk te zien, daarna het stadhuis, gevolgd door de Oude Kerk. De volgorde van deze Delftse torens in het landschap wijst erop dat Rees hier vaart op de Delftse Vliet.

Hendrik Cornelisz. Vroom, Gezicht op Delft vanuit het noordwesten langs de Vliet, circa 1615, olieverf op doek, linnen, collectie Museum Prinsenhof Delft (inventarisnummer PDS 108B)

Dit kanaal is ook afgebeeld op een schilderij van Hendrik Cornelisz. Vroom uit circa 1615. De Vliet was de waterweg richting Den Haag, Leiden, Haarlem en Amsterdam. Op het schilderij is te zien dat dit een drukke handelsroute was.

Buitenkans

Tot aan het begin van de negentiende eeuw bestonden er nog geen verharde wegen zoals we dat vandaag de dag gewend zijn. Men maakte daarom vooral gebruik van het uitgebreide waternetwerk. Het voordeel van vervoer over water was dat er in één keer grote hoeveelheden vracht geladen konden worden. In het geval van aardewerk was er ook minder kans op breuken bij vervoer per schip dan met paard en wagen, die de hele route heen en weer zou schudden.

Dirk Rees was speciaal aangesteld als schipper van Delfts aardewerk naar Amsterdam. Deze voorziening voor de plateelbakkerijen werd in 1688 ingesteld, omdat er voornamelijk Amsterdamse schippers het vervoer van het populaire aardewerk op zich hadden genomen. Echter, deze grote handelsschuiten maakten veel schade, waardoor deze privévaart voor kleine bestellingen werd ingesteld. Een buitenkansje voor onze Dirk die hier graag mee adverteerde.