Kunstmuseum Den Haag

Bourdaloue

Delft, 1701-1722

De elliptisch gevormde bourdaloue met oor en een licht geribde wand is in Imari kleuren gedecoreerd. Het bliksemmotief doorkruist de decoratie van rietstengels. Twee met bloemen gevulde medaillons sieren de beide zijden die aan de onder- en bovenkant worden omgrensd door wolkachtige motieven.

De vroegst bekende exemplaren van deze po voor dames, de zogenaamde ‘bagijnepot’ of het ‘vrouwenkamertje’, werden in Delft vervaardigd. Volgens overlevering verwijst de benaming ‘bourdaloue’ naar de Franse geestelijke L. Bourdaloue (1632-1704). Voor dames die zijn langdurige kerkdiensten bezochten, was dit type potje een uitkomst (D.F. Lunsingh Scheurleer, Chine de Commande, Lochem 1989, p. 152). De gewone po‘s (meestal als kamer- of ‘waterpotten’ aangeduid) werden in allerlei uitvoeringen geleverd, zoals boedelinventarissen van de plateelbakkers vermelden.

Elders in Europa werden faience bourdaloues in navolging van het Delftse type in kleiner formaat gemaakt en ontstonden modellen in zilver, Europees porselein, pâte tendre en zelfs in Venetiaans glas. Naast porseleinen po’s die tot 1771 door de VOC werden ingevoerd, kende men de Chine de Commande bourdaloues die dikwijls met een deksel werden geproduceerd.

Plateelbakkerij
Plateelbakkerij De Grieksche A, eigenaar Pieter Kocx [1701-1722]
Productieplaats
Delft
Merk
eigenaarsmerk onderop bodem ; APK 146 / 641 ; van Pieter Kocx (1701-1722)
Merk
Datering
1701-1722
Materiaal/techniek
tinglazuuraardewerk (faience) veelkleurig beschilderd in blauw, rood en goud
Materiaal
tinglazuuraardewerk (faience) veelkleurig beschilderd in blauw, rood en goud
Afmetingen
hoogte 7,0 cm breedte 16,9 cm diepte 9,5 cm
Herkomst
1904 legaat Kunstmuseum Den Haag ; -1904 collectie mr. A.H.H. van der Burgh
Literatuur
Van Aken-Fehmers 1999, Deel I, p. 135, cat. nr. 42
inventarisnummer
1009958
Creditline
Kunstmuseum Den Haag