Kunstmuseum Den Haag

Stel komvormige bloemenhouders

Delft, circa 1695

De ovale komvormige bloemenhouders met deksel zijn uitgevoerd met een afwisselend ronde en hoekige wand. Op het deksel van de kom zijn acht tuiten gemodelleerd. Daarop is centraal een met zes tuiten uitgeruste, bolle vaasvorm geplaatst waarvan de monding als zevende geldt. Als handvat dient een stel fabelachtige dieren in de vorm van geschubde drakenkoppen.

Van dit komvormige model werd in de tentoonstellingscatalogus Vazen met Tuiten. 300 jaar Pronkstukken (Deel IV 2007, bijlage 1) een veertiental gelijkvormige exemplaren in kaart gebracht, waaronder stellen zoals die van het Gemeentemuseum Den Haag en het Umeleckoprumyslivé Muzeum te Praag. Bij alle exemplaren is sprake van een Chinoiserie beschildering die op horro-vacui-achtige wijze het totale oppervlak bedekt. De stellen hebben een identieke versiering, de decors van de andere exemplaren verschillen van elkaar. De hoekige wanddelen zijn doorgaans in spaartechniek gedecoreerd met sierlijk bloemwerk of het ruitmotief. De ronde wanddelen zijn nu eens met een eenvoudig bloemdecor beschilderd of met een naar Kraakporselein uitgevoerd landschapje met vogels, dan weer met pauwen of een hert zoals op een bloemenhouder uit de collectie Mnichovo Hradiste in Centraal Bohemen.

Dit type bloemenhouders is illustratief voor de barokke Chinoiserie met een onrustige vormgeving van golvende belijningen. De merkwaardig gevormde handvatten en de rijen, symmetrisch opgestelde, ver buiten de dekselrand uitstekende tuitjes versterken het grillige silhouet. Bij het exemplaar van The Metropolitan Museum of Art te New York prijkt het heraldische ornament van de Tudorroos alternerend met bloem- en bladwerk op de ronde delen en de uitlopende voet. Een in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam (Deel IV 2007, cat.nr. 3.07) vertoont het veelvuldig op Delfts aardewerk afgebeelde motief van het fabeldier kylin. Afgewisseld met een westers motief naar voorbeeld van de eerder genoemde ontwerper Daniël Marot van een getooid vrouwenportret en hoog op de deksel het oosterse ruyi motief, heeft dit exemplaar geen drakenkop als handvat maar een kruipend salamanderachtig beest. Dergelijke plastische elementen zien we terug op andere bloemenhouders, zoals bij piramidale modellen in eveneens de collectie Museum Boijmans Van Beuningen (Deel IV 2007, cat.nr. 5.09).

Afgaande op het AK merk van eigenaar Adrianus Kocx (1687-1701) is het merendeel van deze komvormige bloemenhouders gemaakt bij plateelbakkerij De Grieksche A. Een uitzondering vormt de kom uit het Rijksmuseum Amsterdam die is gemaakt bij ‘porceleynbakkerij’ De Metaale Pot (Hudig 1929, 208, afb. 200). Al eerder kwam naar voren dat er sprake was van een samenwerkingsverband tussen De Grieksche A en De Metaale Pot. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij beide plateelbakkerijen dit model bloemenhouder leverbaar was. Het afwijkende decor vertoont het toentertijd populaire strooibloemmotief waarmee andere voorwerpen uit De Metaale Pot eveneens zijn beschilderd, zoals schotelgoed, een pelgrimsfles en een glazenkoeler (Deel I 1999, cat.nrs. 64-65). Deze gelijksoortige decoratie gaf de klant de mogelijkheid een bij elkaar passende set voorwerpen samen te stellen.

Bij De Grieksche A werden al eerder voorwerpen op de markt gebracht met een vergelijkbare ronde en hoekige wand. Daarbij gaat het om een lage, schaalachtige vorm met deksel. De wand is rechtstandig en de vlakke bodem is voorzien van een aantal pootjes. Als handvat op de deksel dienen drie kronkelende slangen. Van deze ook wel 'kruidendozen' genoemde voorwerpen draagt een aantal het SVE merk van Samuel van Eenhoorn (1678-1687), de voorganger van Adrianus Kocx, zie bijvoorbeeld de collectie Musée national de Céramique in Sèvres (Lahaussois 1999, cat.nr. 31). Ongetwijfeld heeft Kocx zich door dit schaalmodel laten inspireren dat hij deels overnam voor het modelleren van zijn komvormige, op een voetstuk geplaatste bloemenhouders met tuiten.

Plateelbakkerij
Plateelbakkerij De Grieksche A, eigenaar Adrianus Kocx [1687-1701]
Productieplaats
Delft
Merk
merk onderkant kommen en binnenzijde deksels geschilderd in onderglazuur blauw. ; AK ; AK van Adrianus Kocx (1686-1701) plateelbakkerij De Grieksche A.
Merk
Datering
circa 1695
Materiaal/techniek
tinglazuuraardewerk (faience) beschilderd in kobaltblauw
Materiaal
tinglazuuraardewerk (faience) beschilderd in kobaltblauw
Herkomst
1904 legaat Kunstmuseum Den Haag ; - 1904 mr. A.H.H. van der Burgh
Literatuur
Cat. Den Haag 1905, p. 31, nr. 127
Cat. Den Haag 1917, p. 20, nr. 10, afb. III
Cat.tent. Den Haag 1949, p. 67, nr. 183
Van Gelder 1950, pp. 77-78, afb. XXIIIa
Charleston 1977, p. 167, nr. 463
Archer 1983, p. 24, afb. 6
Lunsingh Scheurleer 1984, p. 257, afb. 201
Mannoni 1984, p. 109, nr. 3
Scholten 1986, pp. 36-37
Cat.tent. Arita 1993, p. 36 en 83, nr. 21
Van Aken-Fehmers 1998, p. 59, afb. 10
Van Aken-Fehmers 1999, I, pp. 106-107, cat.nr. 16
Van Aken-Fehmers 2007, IV, cat.nr. 3.03
inventarisnummer
0401074
Creditline
Kunstmuseum Den Haag